Ik was in de zomer van 1988 al ingeloot voor de studie en op zoek naar een kamer toen ik ineens spontaan besloot dat ik niet wilde gaan studeren maar wilde samenwonen met mijn vriendje. En hoewel Gaab (iets ouder en wijzer met zijn 23 jaren ;-) ) wel heel iets tegensputterde of dat nu wel verstandig was, wilde hij dat net zo graag als ik. Achteraf misschien niet de meest verstandige keuze van mijn leven maar mijn ouders konden het me niet uit mijn hoofd praten. ;-)
Gaab werd overgeplaatst naar Soesterberg en wij gingen wonen aan de laan van Vollenhoven in Zeist. In mijn beleving een zeer deprimerende grauwe lange rij gallerijflats , waar wij op de 11e verdieping een flatje kregen.
Als kind had ik thuis altijd teckels gehad en waren veel dieren als cavia's, hamsters, konijnen ratten en schildpadden geweest maar nooit een kat. Mijn moeder was zeer allergisch voor katten en dat kon dus niet. Niet dat ik daar een probleem mee had, ik had nooit veel stil gestaan bij het fenomeen "kat".
Maar nu wij ons eigen huisje hadden hoorde daar voor mij ook een huisdier bij. Een hond was geen optie, we werkten allebei fulltime en ineens besefte ik me dat een kat nu tot de mogelijkheden behoorde!
Ook had ik van huis uit meegekregen dat een dier alleen zielig is. We hadden van alles altijd meer en zo moesten er dus twee katten komen!
Gaab was opgegroeid met een sporadische cavia en zijn broer had een volière maar honden en katten waren voor hem allebei een vreemd fenomeen. Hij zag ook de toegevoegde waarde er niet van en wilde er eerst niets van weten. En zo startte een lange traditie tussen ons tweeën, namelijk hem op andere gedachte brengen over het aanschaffen van een dier! ;) Ik had op mijn werk rondgevraagd (dit was uiteraard nog pre-internet!) en een zus van een collega bleek een nestje katten te hebben. Ik had geen flauw idee wat voor katten, geen geslacht, geen kleur niets, alleen: "kittens".
Ik zei tegen Gaab dat we die avond even naar Harderwijk zouden rijden om alleen maar even "te gaan kijken" Hij moet het wel hebben zien aankomen natuurlijk maar hij was net zo verliefd op mij als ik op hem en kon geen nee zeggen (en nog niet ha ha ha!) dus gingen we in oktober 1988 kijken in Harderwijk bij een nestje kittens.
Het bleek om 2 katertjes te gaan. Ze leken sprekend op elkaar, allebei effen antraciet, ze hadden wel iets weg van een Blauwe Rus. Zoals toen heel gebruikelijk was mochten ze gratis mee. Ik denk dat je nu voor dezelfde kittens zo 150 euro per stuk zou betalen want ze waren echt heel bijzonder maar in de tijd zonder internet waren de meeste mensen blij dat ze er een huisje voor gevonden hadden.
Zoals verwacht kon ook Gaab geen weerstand bieden aan twee van die pluizebolletjes van 8 weken oud. En niet gehinderd door enige kennis of voorbereiding besloten we binnen een paar minuten ze allebei mee te nemen.
Ik zal nooit vergeten dat het 2 of 3 jarige zoontje van die mensen Gaab een schop tegen zijn schenen gaf en riep: "klootzak!!"
We hadden niets om ze in te doen en kregen ze mee in een doosje. We hadden ook geen kattenbak of iets te eten voor ze. Maar stomtoevallig was het koopavond (vraag me niet hoe we dat anders zouden hebben opgelost!) en op de terugweg zijn we langs een dierenzaak gereden waar Gaab volgens mij snel het e.a. gekocht heeft terwijl ik in de auto bleef om, zoals al gedurende de hele rit naar huis, iedere paar seconden twee kittens die probeerden uit het doosje te kruipen weer terug te zetten. Op dat moment leerden we les 1 over katten: Je kan ze niet vervoeren in een doosje!
We hadden ook nog nooit gehoord dan katten hun nagels moeten kunnen scherpen en dat ze op een flat waar niets is zoals een krabpaal ze wel hun eigen oplossingen gaan zoeken. Dus daar gingen onze leren (zij het vreselijk lelijke tweedehands) banken ;) Om te voorkomen dat ze zich in onze afwezigheid overdag zouden uitleven op het meubilair of in stroomdraden zouden gaan knagen sloten we ze, tijdens onze afwezigheid, op in het deel met de hal, de keuken en de "kattenkamer" Die laatste kamer was leeg op een kast na en de kattenbak en ze zullen ook echt wel een mandje gehad hebben dat weet ik niet meer. maar ik hoop dat we niet helemaal gek waren. ;)
Om de verveling te verdrijven op dat vrij kleine oppervlakte (al met al misschien 20 m2) vond ons creatieve tweetal de volgende oplossing; Ze gingen het behang van de muur in de hal verwijderen. Het was van dat dikke structuurbehang. Ze klommen daar in tot aan het plafond en lieten zich dan naar beneden GLIJDEN waarbij ze steeds grotere banen behang meetrokken (ze werden ontzettend groot, zo'n 8 kg per kat dus dat wilde wel!) Na een jaar zat er praktisch geen stukje behang meer op de muur!
En dat was les 2 over katten: Als je ze alleen laat met niets om handen slopen ze je huis!
Ik zal ook nooit vergeten dat we altijd vlees ontdooiden boven op de koelkast. Tot de dag dat we thuiskwamen en er twee lege aluminium bakjes op de grond lagen waar die ochtend nog twee tartaartjes in hadden gezeten; En dat bracht ons les 3 over katten: Katten kunnen heel goed ruiken en ook heel goed springen!
Wij gingen in 1990 verhuizen naar een eengezinswoning met een tuin. Eerst bleven de katten nog binnen maar toen het zomer werd diende zich een dilemma aan. Wij wilden de deur graag open kunnen zetten maar dan zouden de katten ontsnappen. We besloten ze in de tuin te laten aan een tuigje. Ze waren toen bijna 2 jaar oud en werden volledig hysterisch toen we dat tuigje aan hadden gedaan. Echt totale paniek!! We wisten niet hoe snel we die dingen weer uit moesten krijgen (en ook niet hoe dat te doen zonder door ze te worden vermoord want ze waren mega sterk en schroomden niet hun nagels flink te gebruiken) en dat was les 4:
Katten moeten veel jonger worden gewend aan iets als een tuigje!
Toen hadden we het idee dat de katten dan wel los in de tuin mochten, wij zouden erbij blijven en ach kijk nou ze vonden het wat spannend, ze bleven lekker braaf bij ons. En als er eens eentje zich over de schutting waagde hadden we die tenslotte zo weer gevangen. Nou wat les 5 was laat zich raden; katten blijven niet vrijwillig in een tuin! Binnen de kortste keren waren ze helemaal niet meer bang en liepen ze dus vrij op straat. Met name Olivier was echt de schrik van de buurt die eerste jaren en heeft wat af gevochten. Om de haverklap zaten wij bij de dierenarts met een abces altijd op zijn kop want die kat was nergens bang voor!
Er volgden nog vele. vele lessen over katten. De hardste les was dat katten die op straat lopen een heleboel narigheid kan overkomen. Zo kwam Lodewijk op zijn 8e jaar thuis met een gebroken staart. Dat was op zich niet zo erg maar zijn blaas bleek ook verlamd te zijn en hij kon niet meer zelf plassen. Waarschijnlijk heeft hij een tik van een auto gehad. Maanden lang hebben we handmatig zijn blaas leeg geknepen meerdere keren per dag in de hoop dat de beschadigde zenuwen weer zouden herstellen maar dat gebeurde niet. In december 1996 hebben we hem met vreselijk veel verdriet in laten slapen.
Al die jaren kreeg hij Pretnison en wat hij ook gehad heeft, dat hielp hem wel want als we er mee stopten werd hij weer ziek. Alleen kreeg hij van al die Pretnison diabetes en de laatste jaren van zijn leven hebben we hem 2x per dag insuline geprikt. Onze Olivier werd 17 jaar oud en was toen echt compleet versleten, ongelooflijk mager, ongeveer de helft van wat hij ooit was. Ik heb ook van hem (net als van Marloes) alleen afscheid moeten nemen in augustus 2005 toen Gaab weer in Afghanistan was. Olivier heeft nog net Thomas als pup meegemaakt. Dit is denk ik echt de laatste foto van hem.
We hebben een hoop van deze heren geleerd! <3